Bindingsangst

Heel mijn leven dacht ik dat ik verlegen was. Nooit veel zeggen en altijd maar lachen en meedoen met de rest.

Op de basisschool valt het nog niet op, dan zit je in de klas met tientallen andere kinderen, zonder dat er iemand ook maar door heeft wat er eigenlijk aan de hand is.

Buitenspelen kon dan ook altijd onopgemerkt voorbijgaan. Je sluit je de ene keer hier aan de andere kant daar.

Vriendjes had ik wel, maar het was vaker dat zij het initiatief hadden genomen om met mij te gaan spelen.

Waar de bindingsangst vandaan komt is natuurlijk moeilijk vast te leggen. Wanneer je online erover leest dat vindt je of een kort wikipedia artikel of ander artikels die willekeurige mensen hebben geschreven. Heb je niet veel aan.

Tegen de tijd dat iedereen zich bijna volledig heeft ontwikkeld en dus de kindertijd als het ware achter laat, wordt het opeens akelig. Het wordt opeens helder dat je als persoon nooit echt goede relaties hebt gehad met de mensen om je heen. De mensen die je vaker zag was door de omstandigheden, in de meeste gevallen school, bepaald.

Het is eng om erachter te komen dat je zo bent als persoon. Een gevoel van hulpeloosheid schiet naar binnen telkens wanneer je hieraan moet denken. Wat als ik de rest van mijn leven alleen blijf?

De opvoeding en thuissituatie heeft natuurlijk grotendeels bepaald dat ik als persoon zo ben, daar kan ik niks meer aan veranderen. Het enige waar ik me nog aan vasthoudt, het licht waar ik nog naar staar, de hoop die nog van binnen brand is het feit dat ik er bewust van ben. Ik ben bewust van het feit dat ik het moeilijk heb in contact met mensen, het is moeilijk voor mij om relaties aan te gaan en te onderhouden. Het is moeilijk om mij emotioneel volledig vrij te uiten. En de redenen daarvoor zijn ook bekend.

Dat is het enige waar ik mij aan kan vasthouden. Het feit dat ik mij er bewust van ben.

Wat ik hiermee doe is dan natuurlijk weer een ander verhaal. Een tijdje hebben deze gedachten mij zeer droevig gemaakt. Ik huilde en was enorm kwaad op mijn ouders dat zij zo ontverantwoord een gezin hebben  gestart. Na een tijd merkte ik toch dat ik niks opschiet om hierover te tobben.

De laatste tijd leer ik meer en meer voor mijzelf te denken. In het leven sta je er op een zekere mate volledig alleen voor. Je bent zelf verantwoordelijk voor je gezondheid. Je bent zelf verantwoordelijk voor je relaties. Je bent zelf verantwoordelijk voor wat je doet met je leven. Deze gedachten hebben mij kracht gegeven. De kracht om niet de moed op te geven ten tijde van stress en overweldigende situaties. Deze kracht zorgt ervoor dat ik telkens sterker wordt, hoe weinig dat telkens ook mag zijn, het stapelt wel op.

Dan kom je aan in een toestand waarin je het niet meer acceptabel vind wat er thuis gaande is. De moeder kun je enkel nog maar beschouwen in haar negatieve aspecten. De positieve zie je niet meer. Wat dit vrouwtje je heeft aangedaan, niet meer te vergeven.

Ik wil weg hier, voor me zelf zorgen is de prioriteit nu. Weg uit dit vervloekte huis. Weg uit de ogen van deze heks.

Ik weet dat het allemaal goed gaat komen. Ik weet wat zij met mij gedaan heeft, maar ik geef niet op.
Is het wat egoistisch om haar de schuld te geven van alles? Nee. Zij was verantwoordelijk voor dat ik op een gezonde manier mij had moeten ontwikkelen, zij is verantwoordelijk voor het huishouden, ZIJ is verantwoordelijk voor de gezondheid van het gezin. Wat heeft zij gedaan met haar leven. Jezus.

Het gaat allemaal goed komen, daar heb ik vertrouwen in. Met alle moed ga ik de strijd aan met de wereld en ik zal telkens sterker worden wanneer dat nodig is. Nooit ga ik de hoop opgeven dat ik voor mezelf een beter leven kan vormen. Nooit geef ik op. Tot de dood mij mag stoppen. 

Reacties